Ongenode gast

Afbeelding
Foto: ERIK VEENSTRA
(On)genode gast

De ongenode gast vertrekt deze donderdagmiddag naar de Bibliotheek in Grootegast. Daar wordt namelijk een IDO-punt geopend door wethouder Bé Schollema. IDO staat voor Informatiepunt Digitale Overheid. Een keer per maand is er een spreekuur en kunnen mensen terecht met vragen over digitale overheidszaken. Bijvoorbeeld bij het online regelen van zorg, belastingen of toeslagen. Hoe dat er precies zal uitzien, vraagt ook de ongenode gast zich af als ze de bibliotheek binnenstapt.

Bij binnenkomst is het gelijk duidelijk wat er bedoeld wordt met een feestelijke opening. Kleurrijke ballonnen zweven door de ruimte en in het midden staat een grote tafel met koffie en thee. Een grote groep met ouderen geniet van het wekelijkse ‘buurtbakkie’, vertelt Ronald Veenstra van woningcorporatie Wold & Waard. Eén keer in de vier weken is hij ook aanwezig. ‘Met een bakje koffie hoor ik dan dingen aan die gebeuren in de wijk. Ik hou mij bezig met de leefbaarheid, dus dat is erg zinvol.’ Dan begint de opening. Agnes Boekema neemt het woord en vertelt dat maar liefst vier miljoen mensen niet meekomen in deze digitale wereld. De ouderen lijken niet onder de indruk van dit grote aantal. De thee en koffie blijft geschonken worden en soms wordt er toch even naar een bekende gezwaaid. Na een korte informatievideo, waarvan het geluid op een laptop wordt afgespeeld, komt wethouder Schollema naar voren. ‘Wie heeft hier een Digi D?’ De meeste handen gaan omhoog. Toch blijft een hand hangen, als de rest alweer terug is gegaan naar het warme kopje koffie. ‘Ik heb nog een vraag. Mag ik vragen wie u bent? U bent wethouder, maar u heeft zich helemaal niet voorgesteld.’ Dan vervolgt de wethouder zijn verhaal over digitale overheidszaken. Ook hij geeft aan het soms spannend te vinden om linkjes te moeten volgen om bijvoorbeeld dingen als bankzaken te regelen. De groep knikt instemmend. Het ‘IDO-punt’ is versierd met ballonnen en twee strikken, maar voordat deze doorgeknipt kan worden door de wethouder, gaat er nog een hand omhoog. ‘Wat staat IDO eigenlijk voor?’ Wethouder Schollema beantwoord de vraag met een lach. ‘Het lijkt hier net een examen’, voegt hij toe. Dan kan het lint worden doorgeknipt en wordt er gebak met daarop het IDO-logo uitgedeeld. ‘Het IDO wordt gekoppeld aan de buurtbakkie’, vertelt Tineke Goossens. Zij is Domeinspecialist Sociaal Domein bij Biblionet Groningen en Bibliotheken Westerkwartier. ‘Op de derde donderdag van de maand hebben we dan het buurtbakkie, maar ook de IDO en de digitale maakplaats.’ Bij elk buurtbakkie, zijn ongeveer twintig mensen aanwezig, vertelt ze. Het zijn meestal vaste gezichten. ‘Het is een clan’, klinkt het als de ongenode gast vraagt naar wat er gebeurd tijdens het buurtbakkie. ‘We hebben allemaal ons eigen hoekje’, vertelt Loes van der Kooi. Naast haar zitten ‘Loes 2’ en ‘Loes 3’, zoals Epij Kuperus en Wiena Mohman zichzelf lachend voorstellen. ‘Die daar’, er wordt naar de overkant van de tafel gewezen, ‘zitten klokslag half drie aan tafel. De Friezen zitten hier en de Groningers daar.’ Weer wordt er gelachen. Eenmaal aan de ‘Groningse kant’ van de tafel, treft de ongenode gast Annie Lania en haar achterbuurman Jan Hoving. Lania komt geregeld in de bibliotheek om boeken te halen, maar ook voor wat afleiding. Ze herkent zich in het verhaal van wethouder Schollema met alle linkjes tijdens het online bankieren. ‘Ik vind het moeilijk. Die ontwikkelingen gaan zo snel allemaal. Ik ben op les geweest, maar alle computers zijn weer anders.’ Gelukkig heeft Lania een eigen IDO: haar zoon. ‘Hij komt elke week even langs en dan helpt hij mij.’ Hoving laat de digitale zaken aan zijn vrouw over. ‘Het duurt me allemaal te lang en het gaat te snel. Ik heb er ook echt geen interesse in. Ik werk zeventig uur in de week, dan heb je geen zin en tijd om je daarin te verdiepen.’ Tijd voor het buurtbakkie was er gelukkig wel. ‘Mijn achterbuurvrouw’, hij wijst naar Lania, ‘heeft mij verteld over deze buurtbakkies. Dit is de eerste keer dat ik er bij ben.’ Of het hem bevalt? ‘Ik ben er net twintig minuten. Maar het is leuk.’

Afbeelding
Afbeelding

UIT DE KRANT